Ik was in de zomer van '36 bezig aan een portret van Mia Chermoek. Zij was de dochter van de directeur van de bioscoop Prinses Theater, en mede-eigenaar van het Tuschinsky Theater (Dit laatste berust waarschijnlijk op een vergissing). In m'n achterhoofd had ik het idee om, als het portret goed lukte, het aan haar vader te verkopen.

Mia had een leuk figuurtje, en in haar wollen met ruitdessin bewerkte jurk zag zij er lief uit. Ik had haar zelf gevraagd voor mij te poseren, maar zei niet wat mijn bedoeling was; dat kwam later wel als het portret naar mijn zin goed was gelukt. Mia deed het graag voor mij, en met veel plezier heb ik toen aan haar portret gewerkt. Ondanks haar gebabbel lukte het portret ook wat de gelijkenis betrof heel goed, al ben ik geen uitgesproken portretschilder. (Nu ik dit schrijf, is Mia er niet meer. Na een zeer smartelijk lijden is zij in maart 1972 overleden en in stilte gecremeerd. Ik was er van onder de indruk toen ik het bericht las.) Ik heb het portret nooit aan haar vader kunnen verkopen, omdat er wat anders in m'n leven kwam, en tevens brak in 1940 oorlog uit: toen raakten ze uit het oog. Later hoorde ik dat haar vader in de gaskamer was omgekomen. De andere zuster en de moeder van Mia hadden kans gezien onder te duiken.

(maart 1937) Drie aardige brieven kreeg ik, twee van de moeder van Mia Chermoek, en één van Mia's zusje Bea. Mevrouw Chermoek had van de jongens gehoord dat ik in het ziekenhuis lag.

Tekening van Mia die Wim kreeg van de club (zie desbetreffende pagina); waarschijnlijk is de  tekening gemaakt door Nico Benschop of Cor van Kralingen

Mevrouw Chermoek stuurde me bloemen met een briefje, dat wanneer ik uit het ziekenhuis mocht, ik maar weer eens gauw op visite moest komen met de vrienden. Een heel lieve vrouw was zij.

Dan was er de brief van Bea, haar dochter, die nu zelf ook in het ziekenhuis lag aan de Bergweg in het Eudokia. Zij bedankte me voor de aardige brief die ik haar schreef. Zij moest echter niet, zoals ik, geopereerd worden, maar lag daar hoofdzakelijk voor rust en de samenstelling van een dieet. "Zeg Wim", schreef zij, "ook toevallig hè, dat wij elkaar de laatste maanden zo dikwijls moesten tegenkomen voor het ziekenhuis aan de Coolsingel. Dat is zeker ons noodlot geworden, en toevallig dat we ook hetzelfde kamernummer hebben."

Ja, dat waren leuke brieven. Wat kan een mens eigenlijk een blij gevoel krijgen wanneer mensen laten blijken dat ze met je meeleven, en om je geven.

Terug naar Herinneringen