Maandag 1 juli 1946

Monique wordt 6.10 uur geboren.

W. Chabot

Het is een warme dag; de zon straalt aan een helder blauwe hemel. 's Middags hebben wij tegen 3.30 uur zuster Tonnie laten komen, omdat wij denken dat het nu wel zal gaan beginnen. Tante To en mevrouw Van Meurs zijn bij ons op visite. Als de zuster binnenkomt vertrekken zij op een wenk van haar. Tegen 5 uur is het zover dat zuster de dokter opbelt, maar die is niet thuis. De behoefte aan een dokter wordt urgent, omdat het vruchtwater is gebroken en een groene kleur heeft, wat voor de zuster rede is een andere dokter te waarschuwen, Dr Oskam, uit de lage flat. Hij is spoedig aanwezig, en constateert dat Madi nog wel wat bezig zal zijn met het verbreken van de vruchtvliezen. Dokter gaat naar huis, maar laat z'n koffer met instrumenten achter; wij kunnen hem bellen als het zover is en onze eigen dokter er nog niet mocht zijn.

Tegen 5.30 uur komt onze eigen dokter, Rinck, en na een kort onderzoek geeft hij Madi een injectie, 10 cc, waarop direct de persweeën beginnen. Tegen 6 uur wordt de pijn zo hevig, dat Madi ligt te baden in het zweet. Ik sta aan het hoofdeind van het bed en voel mij half gebroken van spanning en vermoeidheid. Na nog éénmaal een hevige wee komt het kindje plotseling; ze slaat de armpjes uit en zet haar mond open en schreeuwt. Gelukkig. "Een meisje", zegt dokter, maar ik geloof dat het niet eens doordringt tot Madi, zij is bekaf.

Ik zie nu dat het niet, zoals het eerste kindje, gestrengd zit, waarvoor wij steeds zo bang waren. De navelstreng wordt afgebonden, het kindje vrijgemaakt. Zuster Tonnie neemt het aan en begint het te reinigen: eerst met een doek afdrogen, daarna wassen. Nu moet ik eerst even gaan zitten, anders val ik om. Dan ga ik oma (De Weirdt) gauw feliciteren met de geboorte van haar eerste kleindochter. Oma is zenuwachtig bezig de gordijnen te schikken. Als ik in de kraamkamer terugkom is de rest gekomen, en wordt Madi gehecht: 2 krammen. Ik feliciteer haar, en zij is gelukkig. Zuster Tonnie ruimt verder de nageboorte op.


De eerste voeding
Moeder en kind zijn in goeden doen, wordt er gezegd.

Terug naar Fragmenten uit Dagboek over Monique