De Poppenwagen

Vrijdag 10 maart 1950

Er was al lang sprake van, dat tante To met Monique naar de stad zou gaan om een cadeau te kopen als aandenken aan de onderscheiding die oom Henk postuum ontvangen heeft. Tante To vond dat ze dat zo moest doen, omdat dat in de geest van oom Henk gelegen zou hebben. Monique zou zelf uit mogen kiezen wat zij graag had. Dit nu, is op zichzelf al moeilijk, want kinderen hebben dikwijls de gekste verlangens. Maar wij wisten wel dat er van kiezen niet veel terecht zou komen, omdat tante To voor zichzelf al bepaald had wat zij wilde kopen. En dit nu is haar goed recht, maar dan had zij niet steeds moeten zeggen dat Monique zelf kiezen mocht.

Steeds was er wat tussen gekomen waardoor het feest uitgesteld moest worden, maar gisteren kon het doorgang vinden. Juist kwam er bezoek van tante Marie Waardhuizen. Zij was er zo dus ook om mee te genieten. Mama vertelde dat zij een heel gezellige middag met hun viertjes hadden gehad.

Nu even over dat kiezen. Het is misschien de moeite niet waard om er over uit te weiden. Het is misschien wel aardig voor later, omdat het voor ons ging, en wij dachten niet anders of dit was het idee van tante To ook, om een blijvende gedenkenis van oom Henk z'n onderscheiding te hebben voor Monique. En daarom hadden we in stilte gehoopt op bijvoorbeeld een couvert in Gero Zilmeta, waarin desgewenst een paar woordjes gegraveerd hadden kunnen worden. Dus wij waren in wezen niet voor kiezen. Wij hadden dit wel met tante To kunnen bepreken, maar aan alles was te merken dat zij reeds een poppenwagen genoteerd had. Monique zelf had de hele winter al gevraagd om een autoped als het weer zomer zou worden, dus Monique zou haar keus gauw gemaakt hebben. Mama vond dat de autoped wel in Kralingen gekocht kon worden, omdat zij daar heel mooie en goede had gezien, en goedkoper dan in de Bijenkorf. Tante To had geen oog voor zo'n autoped en kwam steeds terug op de mooiste poppenwagens die in de Bijenkorf waren. Dus het werd een poppenwagen, en wat voor één. Zoiets als voor een kind van een rijkaard, een luxueuze wagen, een verkleind model, zoals men ze ziet in 't groot, een "slee" zoals men dat noemt.

Monique was in de wolken, en sprak van niets dan van haar poppenwagen. "Als ik vanmiddag van school kom dan is er mijn nieuwe poppenwagen." Maar ach, dat was een tegenvaller, want zij was nog niet gebracht. Doch toen wij juist van tafel gingen, ja hoor, daar werd gebeld, en een grote doos werd naar binnen geschoven. Jonge, jonge, wat was Monique nerveus. Zij plukte en trok aan de touwen van de doos, maar zij waren goed vastgebonden. Dan moest papa er maar bij komen. En weldra reed Monique, deftig als een grote moeder achter de wagen.


Nu we de wagen in de kamer zagen staan, leek hij nog groter, en je zou het idee krijgen van een normaal grote kinderwagen. Ik zei eigenlijk meer voor de aardigheid: "Met zo'n wagen kun je als kind van een arm en eenvoudig schildertje niet op straat komen." Ik schijn in de roos geschoten te hebben, want moeder reageerde direct: "Ik vind het een onding, niks in de geest van oom Henk; had To maar een ringetje of couvert gekocht, dat was veel meer een aandenken geweest, en veel goedkoper. Zoals zij voor Annie en Harrie heeft gedaan, een polshorloge, zoiets is voor heel hun leven." Maar tante To sprak juist van: "Ik hoor het Henk zeggen: autopeds zijn gevaarlijke dingen voor kinderen, en ik weet zeker dat hij dit fijn had gevonden. Het is helemaal in de geest van Henk." Dit laten we nu maar in het midden. Mama echter, voelde zich met zo'n pompende wagen niet op haar gemak. Zij sprak van: "Wat moeten de mensen wel niet denken." "Oh," suste ik, "wat de mensen denken laat mij Siberisch. 't Is voor hen te hopen, dát ze nog kunnen denken." "Ja, maar ik ga daar niet mee op straat", ging zij verder. "Geeft niet, dan ga ik wel flaneren met Monique en haar wagen", interrumpeerde ik. Doch moeder vond het nodig om alvast aan ons beste buurtje te vertellen (toen zij ook al eens naar dat pronkstuk was komen kijken) dat het een cadeau van tante To was, en van de prijs die oom Henk was toegekend voor het beste schilderij dat in de oorlog gemaakt werd. Het had in alle dagbladen gestaan, dus wist zij van de prijs af. "Ja", sprak onze buurvrouw, "wij hadden al gedacht dat het een cadeau van die prijs zou zijn." Dus wat dat betreft, het viel alles mee, er was al meer gedacht dan wij hadden verteld. Je hoeft heus niets te vertellen aan je buren, zij trekken voor zichzelf wel conclusies.

Stop over de poppenwagen.

Terug naar Fragmenten uit Dagboek over Monique